Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes Gods is [19]ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn [20]sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten. 19. Om hen te beschermen. 20. Om die met zijn almachtige en straffende hand te bedwingen, of te verdelgen.